Over genen gesproken..
Het is toch altijd frappant hoe bepaalde voorkeuren
(maar ook afkeren), eigenschappen, kwaliteiten, enzovoort in de genen besloten zitten.
De grote vraag is altijd weer: in hoeverre heb je iets geërfd, is het
aangeleerd of aangeboren? Die discussie zal oneindig zijn, het is ook niet echt
meetbaar, maar het is grappig te kijken en te gissen in hoeverre iets het
karakter is, welke rol spelen omgevingsfactoren en in hoeverre de opvoeding? Ik
vind het altijd bijzonder om te zien hoe bepaalde karaktertrekken of
natuurlijke voorkeuren van iemand (die bijvoorbeeld geërfd lijken van vader en
opa) dan nog weer versterkt worden door de opvoeding. Voorbeeldje: mini-aap
trekt z’n waffeltje open, vader-aap gaat daar nog es lekker over heen
(eigenlijk om hem af te remmen of te stoppen maar dit heeft uiteraard het
tegengestelde effect), en voilà: je hebt een brutale aap in wording, het gaat
dubbelop want gedrag van oud versterkt dat van jong.
Een voorbeeld van een sterke voorkeur wat bij ons nogal
sterk is is de grote voorliefde voor honden. Jachthonden om precies te zijn. De
tak van de familie waar het ook om gaat in het kunstwerk ‘Altijd geweest’, wat ik maak voor het project Reestzin, leidt
generaties terug met deze honden. Maar ook hier weer: je groeit er ook mee op
dus kun je je afvragen of dit niet automatisch een voorliefde met zich
meebrengt. Het antwoord is nee, want dat zou betekenen dat íeder lid van iedere
generatie dan van (deze) honden zou houden (en dat zou iedereen ook precies hetzelfde maken wat uiteraard niet zo is) en dat is zeer zeker niet het geval;
ik ben opgegroeid met het bewijs daarvan. Maar het vererft zomaar verder, dat
dan weer wel. Conclusie: het houden van deze hondjes ligt ook in onze genen
besloten, ook daarvan loopt er bewijs rond in de vorm van de generatie na de
mijne..
Reacties
Een reactie posten